Het dorp Markelo was in de late 18e eeuw in veel opzichten een waarlijk onopvallende gemeenschap met op het eerste gezicht al even onopvallende inwoners. Hun bestaansmogelijkheden waren beperkt en van allerlei onbeheersbare factoren afhankelijk. Alles hing samen met de landbouw en de daaraan gekoppelde bedrijvigheid.
De zorg om het eigen bestaan en het alledaagse dorpsgebeuren beheersten de gesprekken. Slechts enkelen wisten uit eigen ervaring of uit geschriften hoe het toeging in de wereld buiten Markelo.
Oude tradities en gebruiken bepaalden overwegend het leven van de gemeenschap en het individu.
De bestuurlijke inrichting, de kerkelijke organisatie, het onderwijs en de rechtspraak volgden een eeuwenoud patroon.
Omstreeks het eind van de 18e eeuw en het begin van de 19e eeuw (de periode 1770-1810) voltrok zich de ingrijpende overgang van de oude standenmaatschappij naar de moderne tijd. Er deden zich – op Europese schaal – diep ingrijpende veranderingen voor op geestelijk, politiek, sociaal en economisch terrein. Aan Nederland en ook Markelo, ging dit alles bepaald niet ongemerkt voorbij.
Eind 18e eeuw, toen paard-en-wagen het snelste vervoermiddel was, de meeste reizen te voet moesten worden afgelegd en er geen doorgaand verkeer door Markelo kwam, had de dorpsgemeenschap een zeer gesloten en statisch karakter. De mobiliteit was gering. Men leefde van generatie op generatie in dezelfde groep, zette bedrijf of beroep van vader voort, trouwde met familie of buurtgenoot en ook bestuursfuncties hadden een sterk erfelijke component.
Nieuwe ontwikkelingen werden nogal eens geïnitieerd door allochtone , notabele Markeloërs. Toch valt op dat in de loop der tijd vaak dezelfde toonaangevende autochtone families bestuurlijk de eerste viool bleven spelen.
Het eeuwenlange relatieve isolement en de beslotenheid van buurt- en familieleven, resulteerde in een vrij uniform gedrag. Anderzijds was ook de grote solidariteit opvallend, standsverschillen telden nauwelijks (behalve bij huwelijken) en werden in elk geval overschaduwd door een sterk saamhorigheidsgevoel. Deze verhoudingen waren gevoed door de hechte traditie van de noaberschap.
Welke ingrijpende landelijke gebeurtenissen hebben die ruim acht generaties Markeloërs van de afgelopen 200 jaar – al dan niet bewust – meegemaakt?
Daar was bijvoorbeeld het einde van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, toen in 1795 Stadhouder Willem V naar Engeland vluchtte en de Fransen ons land binnentrokken.
Omstreeks 1810 werd de Napoleontische -moderne- wetgeving hier ingevoerd, zoals bijvoorbeeld het verplicht voeren van een achternaam, het verbod op het begraven in de kerk e.d..
Na Napoleon’s mislukte veldtocht naar Rusland in 1812 en de komst hier van de kozakken, trokken de Fransen zich terug en kwam Koning Willem I vanuit Engeland weer naar hier en werd het Koninkrijk der Nederlanden gesticht.
De ontwikkelingen, die in deze korte Franse tijd op gang werden gebracht, hebben voor de Markeloërs blijvend belangrijke voordelen gebracht.
Een daaropvolgende ingrijpende gebeurtenis was de nieuwe grondwet van de liberaal Thorbecke in 1848. Afgaande op de gemeenteraadsstukken, namen op dat moment vele zaken, ook op het laagste bestuursniveau, een belangrijke wending. De markeverdeling (omstreeks 1850) was een opvallende mijlpaal voor de Markelose landbouw en dus ook voor de dorpsbewoners. Vervolgens was er de explosieve ontwikkeling van het onderwijs, de opkomst van de industrie (met name de textielindustrie) en de ingrijpende verbetering van de infrastructuur.
In de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) beheersten de mobilisatie, de invoering van de distributie, de vluchtelingen, de angst voor dreigende revoluties en de zogenaamde crisismaatregelen van de regering het doen en laten in het dorp.
De tijd tussen de twee wereldoorlogen, met onder andere z’n diep ingrijpende crisis in de jaren dertig, leeft bij de ouderen onder ons nog steeds als een boze droom voort.
De Tweede Wereldoorlog (1940-1945) inclusief de mobilisatie, de Duitse inval op 10 mei 1940, de toenemende onderdrukking, de opkomst van het verzet en de uiteindelijke bevrijding, voor Markelo op 8 april 1945, staat velen nog duidelijk voor de geest.
Daarop volgde de naoorlogse wederopbouw, de ongekende groei van de economie, de schaalvergroting, de steeds grotere rol van de overheid, de sociale zorg van de wieg tot het graf en de toenemende aandacht voor de gezondheidszorg en het milieu.
Markelo, met z n rijke verleden, is nog steeds springlevend en zal dat naar wij hopen, ondanks alle bestuurlijke ontwikkelingen, als dorpsgemeenschap ook in de toekomst blijven.